Publié le 11 mars 2024

Echte duurzaamheid zit niet in een groen logo, maar in de onzichtbare details van de volledige bedrijfsvoering.

  • Een ‘duurzaam’ label zegt niets als de volledige waardeketen (Scope 3-uitstoot) niet wordt meegerekend.
  • De lokale economische impact is belangrijker dan het aantal gerecyclede handdoeken in een resort.

Aanbeveling: Gebruik de audit-vragen in dit artikel om de claims van elke reisorganisatie kritisch te toetsen en voorbij de marketing te kijken.

De wens om duurzamer te reizen is wijdverbreid, maar de realiteit is een jungle van groene logo’s, vage beloftes en marketingclaims. Iedere reisorganisatie lijkt tegenwoordig « groen », « eco-vriendelijk » of « bewust ». Deze overvloed aan communicatie, vaak zonder onderbouwing, staat bekend als greenwashing. Het maakt het voor de reiziger die zijn ecologische voetafdruk wil minimaliseren vrijwel onmogelijk om het kaf van het koren te scheiden. U wordt aangespoord uw vlucht te compenseren of een hotel met een milieulabel te kiezen, maar dit zijn vaak slechts oppervlakkige acties.

Maar wat als deze symbolen slechts het topje van de ijsberg zijn? Wat als de werkelijke impact verborgen zit in de toeleveringsketen, het waterverbruik dat niet op de rekening staat, en de economische structuren waar niemand over praat? De kern van het probleem is dat veel organisaties zich richten op zichtbare, gemakkelijk te communiceren maatregelen, terwijl de grootste impact—de zogenaamde Scope 3-uitstoot van vluchten en de economische lekkage uit lokale gemeenschappen—buiten beschouwing wordt gelaten. Dit is geen gids met simpele tips; dit is een handleiding voor een kritische audit. We duiken in de methodes om de claims van reisorganisaties te analyseren, de juiste vragen te stellen en de verborgen waarheid achter de duurzaamheidsfaçade te onthullen. Het doel is niet om u een lijst van « goede » organisaties te geven, maar om u de denkwijze van een auditor aan te leren, zodat u zelf de oprechtheid van elke aanbieder kunt beoordelen.

Waarom is de trein naar Berlijn groener dan elektrisch rijden met twee personen?

De vergelijking tussen vervoersmiddelen is vaak complexer dan het lijkt. Een elektrische auto wordt gezien als het toonbeeld van groen vervoer, maar de context is allesbepalend. De werkelijke milieu-impact hangt niet alleen af van de directe uitstoot, maar ook van de efficiëntie per persoon. Een trein, zelfs een dieseltrein, die honderden passagiers vervoert, heeft per persoon een aanzienlijk lagere voetafdruk dan een auto met slechts twee inzittenden. De energie die nodig is om de massa van een auto van bijna 2000 kg te verplaatsen voor slechts twee personen is significant.

De schaal van de impact wordt nog duidelijker wanneer we vliegen vergelijken. Een retourvlucht naar Berlijn stoot per persoon ongeveer 230 kg CO2 uit, terwijl de treinreis op slechts 20 kg CO2 uitkomt. Zoals berekeningen van Milieu Centraal aantonen, is het verschil enorm. Hoewel een elektrische auto geen directe uitstoot heeft, moet de energie ergens worden opgewekt. Daarnaast zijn de productie van de batterij en het gewicht van het voertuig factoren die de totale ‘well-to-wheel’-impact beïnvloeden. Een goed gevulde trein blijft voor middellange tot lange afstanden bijna altijd de meest efficiënte en klimaatvriendelijke keuze per reiziger. Het is een duidelijk voorbeeld van hoe een focus op collectieve efficiëntie de individuele ‘schone’ technologie overtreft.

Hoe vermindert u uw afvalproductie tijdens een vakantie in een hotel?

Afvalvermindering in hotels gaat veel verder dan het weigeren van dagelijkse schone handdoeken. De echte impact wordt gemaakt door hotels die circulariteit in hun hele bedrijfsvoering integreren. Dit betekent een systeembenadering waarbij afval niet slechts wordt beheerd, maar wordt ontworpen uit het systeem. Dit omvat het elimineren van single-use plastics, het gebruik van navulbare dispensers, en het sourcen van producten met minimale verpakking.

Een uitstekend voorbeeld hiervan zijn de Conscious Hotels in Amsterdam. Deze keten hanteert een volledig circulair model. Materialen zijn geselecteerd op basis van ‘cradle-to-cradle’-principes, al het voedsel is 100% biologisch en voedselverspilling wordt actief tegengegaan via samenwerkingen met Too Good To Go. Het hotel is volledig gasvrij en draait op 100% Nederlandse windenergie. Deze holistische benadering toont aan dat duurzaamheid geen losse maatregel is, maar een integrale filosofie.

Zero waste hotelkamer met duurzame voorzieningen en afvalscheiding

Zoals de visuele weergave illustreert, begint een zero-waste-ervaring bij het ontwerp van de kamer zelf. De aanwezigheid van gescheiden afvalbakken, het ontbreken van plastic flesjes en de keuze voor duurzame, herbruikbare materialen zijn directe indicatoren van een oprechte duurzaamheidsstrategie. Dit gaat verder dan oppervlakkige ‘groene’ claims en toont een fundamentele toewijding aan het verminderen van de ecologische voetafdruk.

Green Key of Eko-label: welke certificering garandeert daadwerkelijk duurzaamheid?

Certificeringen en keurmerken lijken een eenvoudige manier om duurzame keuzes te maken, maar de waarheid is complex. De hotelsector kent een wildgroei aan labels, elk met eigen criteria, controlemechanismen en focusgebieden. Een label is geen garantie voor absolute duurzaamheid; het is een indicator die kritisch moet worden beoordeeld. Het fenomeen ‘greenhushing’ compliceert dit verder, waarbij bedrijven die wel degelijk inspanningen leveren, hierover ondercommuniceren uit angst voor kritiek.

In 90 procent van de gevallen onder- of overcommuniceerden de bedrijven hun inspanningen: de meesten deden aan ‘greenhushing’ en rapporteerden hun inspanningen onvoldoende.

– Dr. Melinda Ratkai, Hospitality Management onderzoek 2024

Dit betekent dat het ontbreken van een luidkeelse marketingcampagne niet altijd een slecht teken is. De waarde van een certificering hangt af van de strengheid en transparantie. Factoren om te auditen zijn: de onafhankelijkheid van de audit, de frequentie van de controles en de openbaarheid van de criteria en rapporten. Sommige labels focussen puur op milieucriteria, terwijl andere ook sociale en economische aspecten meenemen.

De onderstaande tabel biedt een overzicht van enkele bekende certificeringen en hun belangrijkste kenmerken, gebaseerd op een vergelijkende analyse van diverse labels. Dit helpt om een eerste onderscheid te maken tussen de verschillende beloftes.

Vergelijking duurzaamheidscertificeringen in de reisbranche
Certificering Onafhankelijke Audit Frequentie Controle Focus Gebied Transparantie
Green Key Ja Jaarlijks Milieu + Sociaal Criteria openbaar
Green Globe Ja Jaarlijks Milieu + Sociaal + Economisch Volledige rapporten
Travelife Ja 2-jaarlijks Voornamelijk Milieu Beperkt openbaar
B Corp Ja 3-jaarlijks Holistische duurzaamheid Impact score openbaar

De belangrijkste les is dat geen enkel label perfect is. Een certificering zoals B Corp of Green Globe, die een holistische benadering hanteert en transparant is over de resultaten, biedt over het algemeen een betrouwbaardere indicatie dan een label met een beperkte focus en onduidelijke rapportage.

De fout van all-inclusive resorts die de lokale bevolking geen cent opleveren

Het model van veel grootschalige all-inclusive resorts creëert een gesloten economische bubbel. Toeristen verblijven binnen de muren van het resort, waar al het eten, drinken en vermaak wordt aangeboden door de (vaak buitenlandse) hotelketen. Dit leidt tot een fenomeen dat bekend staat als economische lekkage: het geld dat toeristen uitgeven, vloeit grotendeels weg uit de lokale economie en komt terecht bij internationale hoofdkantoren. Lokale restaurants, gidsen en winkeliers profiteren nauwelijks, terwijl de gemeenschap wel de lasten draagt van de toegenomen druk op infrastructuur en natuurlijke bronnen.

Deze druk is aanzienlijk. Volgens Franse studies over de impact van massatoerisme kan de consumptie in toeristische gebieden exploderen, met tot wel 211% meer waterverbruik, 287% meer energieverbruik en 27% meer afval. Wanneer de opbrengsten hiervan niet terugvloeien naar de lokale gemeenschap om deze systemen te versterken, ontstaat er een onhoudbare situatie. Een resort kan dan wel zonnepanelen op het dak hebben, maar als het de lokale economie drooglegt, is de netto-impact op de bestemming negatief.

De ware duurzaamheid van een accommodatie wordt dus niet alleen bepaald door milieumaatregelen, maar ook door haar sociaaleconomische integratie. Een hotel dat lokaal personeel aanneemt (ook in managementposities), voedsel inkoopt bij lokale boeren en samenwerkt met onafhankelijke lokale gidsen, draagt wezenlijk bij aan de welvaart van de bestemming.

Uw auditplan: vijf vragen om economische lekkage te toetsen

  1. Personeel: Welk percentage van het managementpersoneel is lokaal en welke opleidingskansen worden geboden?
  2. Inkoop: Waar komt het voedsel op het buffet vandaan – wordt er samengewerkt met lokale boeren of is alles geïmporteerd?
  3. Excursies: Worden tours uitgevoerd door eigen personeel van het resort, of wordt er samengewerkt met onafhankelijke, lokale gidsen en bedrijven?
  4. Financiële stromen: Vraag direct welk beleid de organisatie heeft om te zorgen dat een significant deel van de inkomsten in de lokale economie blijft.
  5. Gemeenschap: Zijn er partnerschappen met lokale sociale projecten, scholen of natuurbeschermingsinitiatieven die verder gaan dan een symbolische donatie?

Wanneer heeft CO2-compensatie zin en wanneer is het slechts afkoop van schuldgevoel?

CO2-compensatie wordt vaak gepresenteerd als een eenvoudige oplossing voor de onvermijdelijke uitstoot van reizen, met name vliegen. Het idee is dat u betaalt voor een project elders—zoals het planten van bomen of het investeren in hernieuwbare energie—dat een equivalente hoeveelheid CO2 uit de atmosfeer haalt of voorkomt. Dit is echter de laagste trede op de ladder van klimaatactie. De meest effectieve aanpak volgt de mitigatiehiërarchie: eerst vermijden, dan verminderen, en pas als laatste redmiddel compenseren.

Visuele weergave van de mitigatie hiërarchie met drie niveaus

De hiërarchie is duidelijk: de meest duurzame reis is de reis die niet gemaakt wordt (vermijden). Als reizen noodzakelijk is, moet de impact geminimaliseerd worden door bijvoorbeeld de trein te nemen in plaats van het vliegtuig, of door langzamer te rijden. Zo leidt 100 km/u rijden in plaats van 130 km/u tot 15 tot 25 procent minder CO2-uitstoot (verminderen). Compensatie komt pas in beeld voor de resterende, onvermijdelijke uitstoot.

Het probleem is dat veel compensatieprogramma’s onvolledig zijn. Het CO2ZERO-programma van KLM, bijvoorbeeld, compenseert alleen de directe CO2-uitstoot van de verbrande kerosine. Het negeert de veel grotere klimaatimpact van vliegen, zoals de effecten van condensstrepen en stikstofoxiden op grote hoogte, die het broeikaseffect aanzienlijk versterken. Compensatie wordt zo een manier om schuldgevoel af te kopen zonder de volledige schade aan te pakken. Het heeft alleen zin als het een geverifieerd, additioneel project steunt en wordt gezien als een laatste stap, niet als een vrijbrief om te blijven vervuilen.

De fout van bedrijven die « CO2-neutraal » claimen zonder de keten te analyseren

De claim « CO2-neutraal » is een krachtig marketinginstrument, maar vaak misleidend. Veel bedrijven berekenen enkel hun directe uitstoot, de zogenaamde Scope 1 (bijv. brandstofverbruik van eigen voertuigen) en Scope 2 (ingekochte elektriciteit voor kantoren). Ze « vergeten » echter het belangrijkste onderdeel in de toeristische sector: de Scope 3-uitstoot. Wat omvat Scope 3 precies? Dit zijn alle indirecte emissies in de waardeketen. Voor een reisorganisatie omvat dit de vluchten die ze verkopen, de hotelovernachtingen, de excursies en het vervoer ter plaatse. Deze Scope 3-uitstoot vertegenwoordigt vaak meer dan 99% van hun totale klimaatimpact.

Waarom rapporteren bedrijven hier dan zo weinig over? Het meten van Scope 3 is complex en de resultaten zijn confronterend. Een claim van « CO2-neutraal kantoor » klinkt goed, maar is betekenisloos als de verkochte reizen duizenden tonnen CO2 uitstoten. Een oprechte duurzame organisatie is transparant over haar volledige voetafdruk en heeft een concreet plan om de Scope 3-uitstoot te verminderen, bijvoorbeeld door kortere reizen, treinreizen of accommodaties met een bewezen lage impact te promoten.

De cruciale vraag die u als consument moet stellen is dan ook: « Omvat uw CO2-neutraliteitsclaim ook de reizen van uw klanten (Scope 3), of enkel de uitstoot van uw eigen kantoren? » Het antwoord op deze vraag scheidt de greenwashers van de organisaties die hun verantwoordelijkheid serieus nemen. Bedrijven die misleidende claims doen, lopen bovendien een reëel risico. Een studie gepubliceerd in Tourism Management toonde aan dat organisaties die betrapt worden op greenwashing, te maken krijgen met een aanzienlijke verkoopdaling, wat de langetermijngevolgen van oneerlijke communicatie benadrukt.

Waarom zegt een hoge ESG-score niets over de CO2-uitstoot van een bedrijf?

ESG (Environmental, Social, Governance) is een populaire maatstaf om de duurzaamheid van bedrijven te beoordelen. Een hoge ESG-score suggereert een verantwoordelijke onderneming. Dit is echter een gevaarlijke oversimplificatie. Een ESG-score is een geaggregeerde score, een gemiddelde van tientallen verschillende factoren. Een uitmuntende score op ‘Social’ (S) en ‘Governance’ (G) kan een rampzalige prestatie op ‘Environmental’ (E) volledig maskeren. Het toerisme is verantwoordelijk voor ongeveer 8% van de totale wereldwijde CO2-uitstoot, dus de ‘E’ zou zwaar moeten wegen.

Laten we een concreet voorbeeld nemen. Een internationale hotelketen die actief is in een waterarm land kan een zeer hoge ESG-score behalen. Hoe? Door uitstekende arbeidsomstandigheden te bieden (hoge S-score), een divers bestuur te hebben en transparant te rapporteren (hoge G-score). Tegelijkertijd kan hetzelfde hotel een desastreuze ecologische impact hebben door excessief waterverbruik voor zwembaden en golfbanen, wat de lokale watervoorziening uitput. Omdat de totale ESG-score een gewogen gemiddelde is, kan de slechte E-score ‘verdwijnen’ in het totaalcijfer. De investeerder en consument zien een mooie score en denken dat het goed zit, terwijl de realiteit ter plaatse heel anders is.

De les hieruit is dat men nooit blind mag varen op een algemene score. Het is cruciaal om in te zoomen op de afzonderlijke componenten, met name de ‘E’ van Environmental. Vraag naar specifieke prestatie-indicatoren (KPI’s) zoals CO2-uitstoot per gast per nacht, waterverbruik in kubieke meters en het percentage afval dat wordt gerecycled. Alleen deze concrete data geven een eerlijk beeld van de milieu-impact, iets wat een algemene ESG-score vaak verhult.

Kernpunten om te onthouden

  • Analyseer de volledige keten: Echte duurzaamheid gaat over de indirecte impact (Scope 3), niet alleen over het kantoor.
  • Toets de lokale impact: Een groen hotel dat de lokale economie schaadt (economische lekkage) is niet duurzaam.
  • Volg de hiërarchie: Vermijden en verminderen zijn altijd beter dan compenseren. Compensatie is de laatste, minst effectieve stap.

Comfortabel overnachten in een energieneutraal hotel: merkt u het verschil in luxe?

De associatie tussen duurzaamheid en een gebrek aan comfort is een hardnekkig misverstand. Men vreest zwakke douches, kille kamers en een beperkt aanbod. De realiteit in moderne, werkelijk duurzame hotels is echter precies het tegenovergestelde. Een energieneutraal ontwerp leidt vaak tot een superieur niveau van comfort. Dit komt doordat deze gebouwen ontworpen zijn met een focus op isolatie, natuurlijke lichtinval en geavanceerde klimaatbeheersing. Het resultaat is een stabiele, aangename binnentemperatuur en een uitstekende luchtkwaliteit, zonder de tocht of het lawaai van traditionele airconditioningsystemen.

Een treffend voorbeeld in Nederland is Hotel Jakarta in Amsterdam. Dit is een van de eerste energieneutrale hotels in het land, met een BREEAM ‘Excellent’ certificering. Het gebouw maakt gebruik van warmte-koudeopslag in de grond voor verwarming en koeling, en zonnecollectoren leveren warm water. Het meest iconische kenmerk is de subtropische binnentuin, die fungeert als een natuurlijke temperatuurregulator en wordt geïrrigeerd met opgevangen regenwater. Gasten ervaren geen enkel verlies in luxe; integendeel, de verbinding met de natuur en de hoge kwaliteit van de binnenlucht worden juist als een extra luxe ervaren.

Dit toont aan dat duurzaamheid, wanneer het de kern van het ontwerp vormt, de gastervaring kan verbeteren in plaats van verminderen. Het gaat niet om opoffering, maar om slimme innovatie. De focus op verse lucht, stabiele temperaturen en natuurlijke materialen creëert een gezondere en aangenamere omgeving. Het bewijst dat de keuze voor een duurzaam hotel geen compromis hoeft te zijn, maar juist een keuze voor een hogere kwaliteit van verblijf.

Het is de ultieme bevestiging dat echte duurzaamheid en comfort hand in hand kunnen gaan, een belangrijk inzicht om de vooroordelen over duurzaam reizen te herzien.

Gebruik deze audit-mindset bij het plannen van uw volgende reis. Door kritische vragen te stellen over de volledige waardeketen, de lokale impact en de oprechtheid van claims, maakt u een keuze die verder gaat dan de brochure en daadwerkelijk bijdraagt aan een duurzamere toekomst voor toerisme.

Veelgestelde vragen over Hoe herkent u echte duurzame reisorganisaties tussen alle greenwashing?

Wat is Scope 3 uitstoot in de reisbranche?

Dit omvat alle indirecte emissies in de waardeketen, inclusief de vluchten en hotels die reisorganisaties verkopen – vaak 99% van hun totale impact.

Waarom rapporteren bedrijven Scope 3 vaak niet?

Het is complex om te meten en maakt hun werkelijke milieu-impact veel groter dan alleen hun kantooruitstoot.

Welke vraag moet ik stellen aan reisorganisaties?

Omvat uw CO2-neutraliteitsclaim ook de reizen van uw klanten (Scope 3), of enkel de uitstoot van uw eigen kantoren?

Rédigé par Marijke Ten Cate, Kunsthistoricus en lifestyle-journalist met een specialisatie in cultureel erfgoed, Dutch Design en ecotoerisme. Ze schrijft over het beleven van kunst, natuur en historie in eigen land met oog voor duurzaamheid.